Wat mij altijd weer frappeert zijn z’n composities: Er zitten zoveel dingen tussen die ik nooit zo zou schrijven en soms vreselijk far out vind klinken. Neem nou dat stuk February 1953, dat is zo’n raar en intrigerend stuk. Hij heeft dat op zijn dertiende bedacht en opgeschreven, maar niet met het idee van zó moet het uiteindelijk klinken. Wat dat betreft is het echt jazz: het is een geluid dat voortkomt uit een soort experiment. Iedere keer wanneer we dat stuk spelen denk ik: er is in de wereld niemand die het zó doet. In veel van zijn stukken, bijvoorbeeld in Révocation, zitten altijd weer kleine dingen waarvan ik denk: dat zou ik nooit zo gedaan hebben, dat word hartstikke lelijk. En juist die dingen waarvan ik dus denk: dat moet je nooit zo doen, die vind ik uiteindelijk, na ze talloze keren gespeeld te hebben, het speciale van het stuk. Dat is voor mij überhaubt de kick van het musiceren, dat je met iemand speelt die in zijn componeren keuzes gemaakt heeft, die ik zelf nooit zou maken en vervolgens zien dat ze toch erg goed uitpakken. En zijn stukken zijn altijd heel duidelijk en voortreffelijk georkestreerd, ook voor de drums. Voeg daar de rare keuzes die hij soms maakt aan toe. Keuzes waar ik zelf nooit op gekomen zou zijn. Het zijn doorgaans altijd keuzes of beslissingen die me echt blijven fascineren.
— Jasper Blom